Indianentalen in Brazilië en de corona-epidemie.

Al gauw na het begin van de coronapandemie heeft de Associação Brasileira de Linguística (ABRALIN) het initiatief genomen tot een virtuele lezingen- en workshopserie, getiteld  Abralin ao Vivo: Linguists Online. De vele mooie bijdragen, van beginnende plaatselijke talenten tot internationale bekendheden (waaronder Peter Bakker), zijn op de website vastgelegd en terug te zien <https://aovivo.abralin.org/>. Brazilië is natuurlijk goed vertegenwoordigd in het programma, en vaak komen de inheemse talen aan bod. Brazilië heeft rond de 160 verschillende Indianentalen, waarvan er ongeveer 120 in het Amazonegebied worden gesproken. Vrijwel alle inheemse talen van Brazilië zijn met uitsterven bedreigd, vanwege factoren zoals kleine populaties, de aantrekkingskracht van het Portugees en de verwoesting van inheemse gebieden. Nu is daar een extra factor bijgekomen: het coronavirus SARS-CoV-2. Medio oktober 2020 had ik de eer deel te mogen nemen aan een Abralin rondetafelgesprek over de impact van Covid-19 in Peru en Brazilië op de inheemse talen.

Voor de Indianen is het eigenlijk niets nieuws, zo’n dodelijk virus. De talen die ik bestudeer worden in het zuidwestelijk Amazonegebied gesproken door kleine volken die pas een eeuw geleden met Europeanen en hun afstammelingen in aanraking kwamen. De nieuwkomers brachten vaak uitheemse ziekten mee zoals griep, tuberculose, mazelen, pokken, waterpokken, etc. Daartegen hadden de lokale volken nauwelijks weerstand, en de mazelen konden het effect hebben van een middeleeuwse builenpest. Hun voorouders hebben op zijn minst vijftienduizend jaar geleden het euraziatische continent verlaten, en sindsdien heeft men geen weerstand meer opgebouwd tegen de ziekten van de Oude Wereld. Mijn oudere inheemse informanten (mag je tegenwoordig niet meer zeggen, maar ik vind collaborateurs ook zo’n rotwoord) herinneren zich nog goed de vroege periode van contact met rubbertappers. De mensen stierven snel en in groten getale, en ze vluchtten daarom het bos in naar andere nederzettingen. Zo verspreidde de ziekte zich soms over grote gebieden. Velen bleven onderweg achter langs het pad waar zij stierven. De vlucht in isolatie had alleen zin voor de groepen die niet reeds besmet waren.

foto 1 1
Foto: José Aucê, lid van het Ki-Apur volk (mogelijk een verdwenen subgroep van de Mekens, Tupari taalfamilie) en medewerker van de regeringsdienst voor de Indianen, vaccineert een Aikanã-meisje tegen de griep in 1942. (Foto van Victor Dequech, uit: Rondon, Índios do Brasil, vol. I, 1946: 204.)

Er wordt geschat dat er in het Amazonegebied nog meer dan honderd geïsoleerde groepen leven. Taalkundigen zouden graag weten welke talen die groepen spreken, zendelingen proberen soms hun gebieden binnen te trekken om de bewoners heel romantisch uit de greep van Satan te bevrijden, houthakkers willen dolgraag hun hout hebben, goudzoekers het goud, en de sojaboeren willen het land. Na het einde van de Braziliaanse dictatuur is er in 1988 een verlichte grondwet opgesteld die de inheemse volken het recht garandeert op hun eigen gebieden, talen en culturen. In het geval van geïsoleerde volken is de regel dat die zelf het initiatief moeten nemen als zij contact willen met de “buitenwereld”. Het is verboden om contact met hen te zoeken. Indien contact onvermijdelijk lijkt kan de overheid zelf uit voorzorg contact zoeken. Als dat lukt, dan staat vaccinatie als eerste op het programma. Vrienden die werken bij de afdeling Índios Isolados (geïsoleerde Indianen) van de FUNAI, de regeringsdienst ter bescherming van de Indianen, vertelden me hoe zij zichzelf regelmatig met gedestilleerd water moeten injecteren om duidelijk te maken dat dit bij het kennismakingsritueel hoort.

Op 25 maart 2020, minder dan een week na de eerste coronabesmetting in Brazilië, stierf er een jonge inheemse vrouw van het Kukama volk aan het coronavirus, in Santo Antônio do Iça, in het westen van de deelstaat Amazonas. Zij was een medewerkster van de inheemse gezondheidszorg. Het is niet bekendgemaakt of zij ook een spreekster was van de Kukama taal, een taal van de Tupi-Guarani taalfamilie. Al snel begonnen de besmettingen en de sterfgevallen te stijgen. Enkele weken later stierf Aldevan Baniwa, een oude kennis van mij, in de Amazonestad Manaus aan corona. Hij was ook medewerker van de inheemse gezondheidszorg en reisde veel rond voor de bestrijding van endemische ziekten. Hij sprak verschillende Indianentalen, waaronder Nheengatu, ook verwant aan de Tupi-Guarani familie. Zowel Kukama als Nheengatu zijn trouwens sterk onderhevig geweest aan de gevolgen van taalcontact en er is een interessante discussie gaande over de kwestie of deze twee talen creooltalen zijn (Bakker 2014, 2020, Moore 2014, Vallejos 2016), onder meer omdat inheemse creooltalen in Zuid Amerika een zeldzaamheid zijn. Aldevan was nog maar kortgeleden begonnen met het meertalig publiceren van populair-wetenschappelijk werk.

Aldevan ISA 1
Aldevan Baniwa signeert zijn werk. Hij is inmiddels aan corona bezweken. (Foto van Noemia Ishikawa.)

Er is een pagina aan hem en zijn werk gewijd op de Etnolingüística website.

De coronapandemie raast voort en heeft ook de volken in de deelstaat Rondônia bereikt, waar ik regelmatig taalkundig veldwerk doe. Rondônia is ecologisch een van de meest verwoeste gebieden van het Amazonebassin. De taaldiversiteit is er uitzonderlijk groot, maar ernstig bedreigd. De volken zijn er relatief klein en door de toenemende dominantie van het Portugees zijn de sprekersaantallen van de inheemse talen soms nog veel kleiner. Zo spreken er van de ongeveer 50 overgebleven Kwaza nog maar de helft de taal (een isolaat of geïsoleerde taal, d.w.z. het is een taalfamilie op zichzelf), van de 310 geregistreerde Kanoé spreken er nog slechts vijf de taal (ook een isolaat), en van de ongeveer 40 Arikapú is er nog maar één persoon die de taal spreekt (een Macro-Jê taal). De laatste sprekers zijn vaak oudere mensen, of soms zijn het mensen die nog maar kortgeleden in contact zijn getreden met de omringende westerse cultuur. In dit soort gevallen kan een inheemse taal daadwerkelijk uitsterven vanwege de corona epidemie.

Maar voordat een taal verdwijnt kan de epidemie al onherstelbare schade aanrichten. Van de ongeveer 400 Aikanã zijn er nog zo’n 250 die de Aikanã taal spreken (een isolaat ook wel bekend als Massaka of Huari). Hoewel de taal nog steeds wordt doorgegeven aan de jongste generaties en zelfs nieuwe gebruiksdomeinen verwerft, zoals sociale media, verdwijnen er domeinen die aan de traditionele cultuur zijn verbonden. Oudere mensen die nog in de traditionele tijd zijn geboren, kennen vaak de oude mythen en sagen nog, kunnen de verhalen en tradities soms nog vertellen, of ze kunnen in ieder geval de betekenis van de gebeurtenissen interpreteren. De laatste sjamaan van de Aikanã is in 1986 overleden. Zijn weduwe kent nog een aantal rituele gezangen, ze kan uitleggen wat die betekenen, en ze kent het specialistische vocabulaire van de traditionele geneeskunst. Haar kinderen en kleinkinderen kijken echter soapseries op TV, luisteren naar moderne Braziliaanse country & westernschlagers, en gaan naar de kerk.

Op 5 october 2020 stierf José Pe’i Aikanã op ongeveer 80-jarige leeftijd aan de gevolgen van corona. Hij werd als jonge jongen aan de initiatierituelen van de Aikanã onderworpen en had daarbij de traditionele purikɨi fluit leren spelen. Dit is een bamboefluit met vier gaatjes voor de vingerzetting, en het is een van de oorspronkelijke muziekinstrumenten van de Aikanã, naast verschillende typen fluitjes, toeters en ratels.

foto 3 1
Purikɨi, fluit vervaardigd door José Pe’i Aikanã in 2019. Foto: H. van der Voort

De purikɨi fluit is bijzonder omdat hij de geesten van de oervaders vertegenwoordigt. Hij werd vooral gespeeld bij de initiatie van jongens en bij sjamanistische sessies. Vrouwen mochten de purikɨi niet zien of horen. De muziek van de purikɨi is ook heel bijzonder, omdat het geluid woorden vertegenwoordigt: liederen en delen van de oorsprongsverhalen. Dat moet je heel letterlijk opvatten. De liederen worden niet gezongen, maar wie ze kent zou ze in principe mee kunnen zingen. Ik heb verscheidene opnamen kunnen maken van Pe’i’s fluitspel, en bij het afspelen de bijbehorende gezongen liederen weer kunnen opnemen. Tegenwoordig kent vrijwel niemand de fluitliederen nog, en helaas heeft Pe’i het fluitspel aan niemand kunnen doorgeven. In de huidige Aikanãgemeenschap heeft deze traditie geen relevante functie meer. In de jaren 60 was het purikɨi fluitspel al een mooie sentimentele herinnering geworden van een groepje volwassenen die het nog in zijn oorspronkelijke functie hadden geleerd. Een voor een zijn deze mannen sindsdien gestorven, en met José Pe’i Aikanã heeft de coronapandemie een definitief einde gemaakt aan deze bijzondere verbal art.

foto 4 1
Aan corona overleden José Pe’i Aikanã in 2002. Foto: H. van der Voort

De statistieken die worden bijgehouden door de belangenvereniging van de inheemse volken van Brazilië APIB, de Articulação dos Povos Indígenas do Brasil, laten per staat zien hoeveel mensen zijn besmet en hoeveel er van welk volk daaraan zijn overleden en wanneer. De grafieken tonen duidelijk de eerste golf, die ongeveer tot october 2020 liep. Degenen die in de reservaten wonen zijn in het voordeel: zij kunnen zich terugtrekken en afstand houden van de rest van de wereld, vooral als ze nog in zekere mate zelfvoorzienend kunnen leven. Daar komt bij dat de regering sinds maart 2020 buitenstaanders de toegang tot de reservaten heeft verboden, ook als deze in het bezit zijn van een officiële FUNAI autorisatie. Tot het moment dat iedereen afdoende is gevaccineerd, is afstand houden de beste bescherming tegen het virus. Verschillende organisaties en individuen hebben campagnes opgezet om de inheemse volken van betrouwbare informatie te voordien. Dat kan ook in de inheemse talen, en een goed voorbeeld daarvan zijn de folders van de Yanomami Associatie Hutukara, in samenwerking met het Instituto Socioambiental.

foto 5 1
Een pagina uit de Covid-informatiefolder in de Yanomae-taal (Yanomami taalfamilie).

Ondanks het feit dat de federale regering van Bolsonaro op zijn zachtst gezegd een ambivalente houding heeft tegenover de pandemie en het vaccin, willen de deelstaatregeringen zo snel mogelijk iedereen vaccineren, en behalve de ouderen hebben ook de inheemse volken prioriteit, inclusief de uit Venezuela gevluchte Warao Indianen. In januari 2021 zijn de eerste ladingen vaccins geleverd en is de campagne begonnen.

Er zijn mensen die denken dat het virus niets voorstelt of zelfs een complot is. Vanaf het begin heeft president Bolsonaro gedaan of het om een griepje gaat. Zijn reactie op een vraag over de vele slachtoffers: “Tsja, iedereen gaat toch een keer. Wat moet ik daaraan doen? Ik ben toch geen grafdelver?” Ondertussen zijn er bijna een kwart miljoen Brazilianen overleden aan het coronavirus. Het nationale gezondheidswezen SUS heeft de bewezen capaciteit om 10 miljoen mensen per dag te vaccineren, en het wereldberoemde seruminstituut Butantan in São Paulo heeft in samenwerking met Chinese laboratoria het Coronavac vaccin ontwikkeld. Dat vaccin is nu ook goedgekeurd door de verantwoordelijke Braziliaanse instantie, maar helaas is Bolsonaro een persoonlijke ruzie begonnen met de Chinese president Xi Jinping. Hij wil het “Chinese” vaccin niet kopen en maakt miljoenen vrij voor Ivermectine (een ontwormingskuur) en Chloroquine (een malariabestrijdingsmiddel). Onderzoekers die hebben bewezen dat dat niet helpt tegen corona worden door ‘Bolsonaristas’ met de dood bedreigd. Hoogstens is de president bereid voor het AstraZeneca/Oxford vaccin te betalen, voor die slappelingen die bang zijn voor zo’n griepvirusje.

Bolsonaro voert een schandelijk afbraakbeleid op het gebied van milieu, onderwijs, wetenschap, cultuur en sociale voorzieningen. Hij vindt dat de inheemse volken moeten assimileren en probeert voortdurend hun rechten te ondermijnen. Schendingen van beschermende wetten worden in de praktijk gedoogd. Ze willen toch niet als wilde dieren in het bos blijven leven? Hij heeft een grote aanhang bij de landbouwlobby, de mijnbouwers en de evangelische kerken. De laatste tijd richten evangelische fundamentalisten zich via sociale media tot de inheemse volken met de boodschap dat vaccinatie onveilig is. Het zijn vermanende preken of soms huilerige litanieën waarin beweerd wordt dat het vaccin van Satan is, dat alleen God je kan genezen en dat wie zich laat vaccineren een vreselijk lot tegemoet gaat. Zulke valse profetieën verspreiden zich razendsnel. Er zijn gelukkig ook mensen die er met een rationeel betoog tegenin gaan. Zo heeft de taalkundige Luciana Storto, bekend van haar grootschalige werk over het Karitiana (een Tupi taal), een videofilmpje gemaakt waarin zij heel kalm uitlegt wat het vaccin is en dat men niet de evangelische lastercampagne moet geloven. Ik heb het filmpje ettelijke keren met de Indianen gedeeld en het betoog is zo goed gedaan dat ik ervan uitga dat velen naar haar zullen luisteren.

foto 6 1

Luciana Storto in What’sApp video op 27/1/2021Op het moment is de staat Amazonas in de greep van de tweede golf, of liever gezegd een tsunami, met een extra besmettelijke variant van het coronavirus. Als je de 40% stadsbewoners meetelt wordt er geschat dat er in Brazilië in totaal ongeveer 900.000 inheemse individuen zijn. Het is niet duidelijk of die allemaal de basis vormen voor de telling door de APIB van de huidige 48.000 coronabesmettingen en de bijna 1.000 dodelijke slachtoffers. Van de inheemse bevolking is dus minimaal 5% besmet geraakt, en daarvan zijn er ongeveer 2% gestorven. Als deze kale cijfers de werkelijkheid weergeven, dan zijn deze percentages ongeveer gelijk aan wat voor de Braziliaanse bevolking als geheel geldt. Zonder een strikt isolatiebeleid zouden deze voor de Indianen waarschijnlijk veel hoger liggen. Uit de de cijfers in de steden blijkt namelijk dat daar het percentage slachtoffers veel hoger ligt onder Indianen dan onder niet-Indianen. Het is zowel voor de mensen als voor de talen te hopen dat de vaccinatiecampagne snel op gang komt.

 

Bakker, Peter. 2014. Creoles and typology: Problems of sampling and definition. In: Journal of Pidgin and Creole Languages, 29/2, p.437-455.

Bakker, Peter. 2020. The quest for non-European creoles: Is Kukama (Brazil, Peru) a creole language? In: Norval Smith, Tonjes Veenstra, Enoch Olade Aboh (eds.), Advances in contact linguistics: In honour of Pieter Muysken. Amsterdam / Philadelphia: John Benjamins, p.85-106.

Moore, Denny. 2014. Historical development of Nheengatu (Língua Geral Amazônica). In: Salikoko Mufwene (ed.), Iberian imperialism and language evolution in Latin America
Chicago: University of Chicago Press, p. 108-142.

Rondon, Cândido Mariano da Silva. 1946. Índios do Brasil: Do centro, noroeste e sul de Mato Grosso. Vol. I. Rio de Janeiro: Conselho Nacional de Proteção aos Índios / Ministério da Agricultura. [Heruitgave 2019 vrij toegankelijk via <https://www2.senado.leg.br/bdsf/handle/id/559114>]

Vallejos, Rosa. 2016. A grammar of Kukama-Kukamiria: A language from the Amazon. Leiden: Brill.

 

Hein van der Voort is taalkundige. Sinds 1994 werkt hij in het Amazonegebied aan de documentatie, analyse en beschrijving van inheemse talen, in het bijzonder die van de deelstaat Rondônia. Sinds 2013 is hij permanent onderzoeker aan het Museu Paraense Emílio Goeldi in Belém, Brazilië.

 

Plaats een reactie